Onrechtmatige daad aansprakelijkheidsrecht

Wat is een onrechtmatige daad?

Een onrechtmatige daad is het uitvoeren of nalaten van een handeling waarbij in strijd met de wet of maatschappelijke normen schade wordt toegebracht aan een ander. De schuldige is verplicht de schade te vergoeden aan het slachtoffer wanneer is voldaan aan de vijf eisen: onrechtmatigheid, toerekenbaarheid, schade, causaliteit en relativiteit.

Kortom, een onrechtmatige daad is een:

• Inbreuk op een recht of
• Het doen of nalaten van iets dat in strijd is met een wettelijke plicht of
• Het doen of nalaten van iets dat in strijd is met maatschappelijke normen en waarden

Voorbeelden onrechtmatige daad

Ontelbaar veel handelingen kunnen als onrechtmatige daad worden bestempeld. Een voorbeeld is het met een voetbal intrappen van een ruit. Een ander voorbeeld is het aanrijden van een fietser met een auto. Ook het nalaten van het nemen van voorzorgsmaatregelen kan een onrechtmatige daad inhouden: het open laten staan van een kelderluik zonder afzetting bijvoorbeeld.

Art. 6: 162 BW

De onrechtmatige daad staat vastgelegd in artikel 6: 162 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en luidt als volgt:

1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.

Een duidelijke uitleg van het begrip onrechtmatige daad vind je onder het kopje ‘Wat is een onrechtmatige daad?’ hierboven. De eisen voor het slagen van een onrechtmatige daad lees je hieronder.

Vereisten onrechtmatige daad

Er zijn vijf voorwaarden waaraan een onrechtmatige daad moet voldoen, wil er sprake zijn van een verplichting tot een schadevergoeding:

• Onrechtmatigheid: een onrechtmatige gedraging (doen of nalaten van een handeling, zie hierboven)
• Toerekenbaarheid: de daad moet toe te rekenen zijn aan de dader
• Schade: het slachtoffer heeft schade geleden
• Causaliteit: een causaal verband tussen de daad en de schade (de schade is een gevolg van de daad)
• Relativiteit: de onrechtmatige daad is door jou gepleegd (in jouw belang)

Recht op schadevergoeding

Als aan bovenstaande voorwaarden is voldaan, ontstaat een verbintenis uit onrechtmatige daad. De schuldeiser heeft het recht een schadevergoeding te verkrijgen van de schuldenaar (dader). Op de schuldenaar rust de verbintenis om de schuldeiser schadeloos te stellen. Bij de vaststelling van de schadevergoeding wordt rekening gehouden met de eigen schuld. Dit houdt in dat wanneer de schuldeiser ook zelf (deels) heeft bijgedragen aan de ontstane schade, de schadevergoeding kan worden verminderd. Een aansprakelijkheidsrecht advocaat kan voor je beoordelen wie aansprakelijk is voor jouw schade en het schadevergoedingstraject inzetten.

Aansprakelijkheid onrechtmatige daad

Aansprakelijkheid kan op verschillende manieren ontstaan. De twee meest voorkomende en bekende zijn de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad en de contractuele aansprakelijkheid (wanprestatie). In beide gevallen kan een vordering of verbintenis uit een schadevergoeding ontstaan.

Een aansprakelijkheidsrecht advocaat behandelt alle soorten aansprakelijkheidszaken en staat je graag bij. Door bemiddeling, onderhandeling of procederen zal de advocaat er alles aan doen om jouw zaak tot een goed einde te brengen.

Verjaringstermijn onrechtmatige daad

De verjaringstermijn van een onrechtmatige daad is afhankelijk van het delict dat is gepleegd. Op basis van de maximale gevangenisstraf verjaart het strafbare feit na verloop van een bepaalde tijd. In artikel 70 van het Wetboek van Strafrecht zijn alle verjaringstermijnen als volgt vastgelegd:

Verjaringstermijn schadevergoeding onrechtmatige daad

In lid 1 van artikel 3:310 van het Burgerlijk Wetboek staat de verjaringstermijn van een schadevergoeding als volgt vastgelegd:

Een rechtsvordering tot vergoeding van schade of tot betaling van een bedongen boete verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade of de opeisbaarheid van de boete als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden, en in ieder geval door verloop van twintig jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt of de boete opeisbaar is geworden.

Makkelijk gezegd, betekent dit dat een schadevergoeding verjaart:

• In ieder geval twintig jaar na de gebeurtenis, maar óók
• Vijf jaar na aanvang van de dag nadat de benadeelde bekend is geworden met de schade/opeisbaarheid van de boete én met de schuldige persoon.