- Home
- >
- Blogberichten
- >
- Wel of niet overgecrediteerd? deel II, "Het postorderkrediet"
Wel of niet overgecrediteerd? deel II, "Het postorderkrediet"
Een postorderkrediet (vorm goederenkrediet), ook wel verzendhuiskrediet genoemd, wordt aangeboden door bedrijven, waarbij het mogelijk is voor een consument om goederen te kopen op afstand, die vervolgens per post of pakketdienst worden afgeleverd. Nadat de goederen zijn gekocht, kan de consument het verschuldigde bedrag alsdan gespreid terugbetalen.
Kan het voornoemde zo maar? Moet aan zo’n krediet niet ook een kredietwaardigheids toets voorafgaan. M.a.w. zou er niet enig moment moeten zijn geweest waarbij de kredietverstrekker tegen de consument eventueel had behoren te zeggen dat het gewenste krediet voor hem/haar onverantwoord was. Had het krediet de consument dus eventueel in woord en geschrift ontraden moeten zijn? Indien dit niet is gebeurd indien dit wel had gemoeten, heeft de consument zo mogelijk recht heeft op een passende schadeloosstelling. Dit omdat men ten onrechte is overgecrediteerd, met alle gevolgen van dien (b.v. vanwege niet tijdige nakoming een BKR-codering).
Voor consumptief krediet zijn de normen voor verantwoorde kredietverlening nader ingevuld in gedragscodes opgesteld door de branche-organisaties zoals de Vereniging van Financierings-ondernemingen in Nederland (VFN), de NVB (Gedragscode consumptief krediet), en de Nederlandse Thuiswinkel Organisatie (NTO).
Als een kredietaanbieder niet bij een branche-organisatie is aangesloten, is deze niet gebonden aan de gedragscodes van deze organisaties. De aanbieder kan dit dan op eigen wijze invullen. Echter de AFM beschouwt deze codes als een minimale invulling van de open norm. De AFM ziet erop toe dat de afwijkende invulling van de open norm minimaal dezelfde zichtbare bescherming biedt tegen overkreditering als de normen in de gedragscodes. Om voor alle kredietaanbieders een gelijk speelveld te waarborgen, handhaaft de AFM deze normen streng.
Voor postorderbedrijven behoort mijn inziens met name als open norm de VFN Gedragscode te gelden. De VFN Gedragscode is immers van toepassing op alle krediet aan consumenten anders dan een krediet aan een consument voor de verwerving, verbouwing of herfinanciering van een voor eigen bewoning bestemd in één van de Europese landen gelegen registergoed, tot zekerheid voor de terugbetaling waarvan een hypotheek op dat registergoed is of wordt gevestigd.
De inkomens- en lastentoets van de Nederlandse Thuiswinkel Organisatie maakt onderdeel uit van de gedragscode die geldt voor de kredietverstrekkende leden van Thuiswinkel.org. Het is een toets op de kredietwaardigheid van de klant om overkreditering te voorkomen. Het is daarmee een concretisering van de norm in de Wet op het financieel toezicht om verantwoord krediet te verstrekken. De uitslag van de inkomens- en lastentoets wordt ten minste 5 jaar na afwikkeling van het betrokken krediet bewaard. Een kredietverstrekker zoals een postorderbedrijf die klanten trekt met postorderkredieten moet waken tegen eigen lichtzinnig/ roekeloos handelen door een consument. Dat is een van haar maatschappelijke verantwoordelijkheden, haar bijzondere zorgplicht. Door dit niet adequaat te doen in het consumentenrecht wat gaande is wordt jegens de consument in kwestie onrechtmatig gehandeld. Hiertegen kan dus opgekomen worden.
Heeft u een vraag over dit onderwerp of bent u bent benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen? Neem dan gerust contact op.