- Home
- >
- Blogberichten
- >
- Het slapende dienstverband, langer slapen mogelijk?
Het slapende dienstverband, langer slapen mogelijk?
Met ingang van 1 juli 2015 heeft iedere werknemer die tenminste 24 maanden in dienst is van een werkgever recht op de transitievergoeding. Wat nu als de werknemer twee jaar arbeidsongeschikt is geweest? Dient dan ook de transitievergoeding te worden voldaan? Deze vraag is ook bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer aan de orde gekomen.
Minister Asscher heeft daarover in de Eerste Kamer het volgende gezegd:
“Er bestaat geen rechtvaardiging om deze laatste groep werknemers (IVA-gerechtigden) anders te behandelen op grond van het enkele feit dat zij arbeidsongeschikt zijn en een IVA-uitkering ontvangen, mede gelet op het tweeledige doel van de transitievergoeding.”
Met andere woorden: ja, werkgevers zijn volgens Minister Asscher ook een transitievergoeding verschuldigd aan werknemers die langer dan twee jaar arbeidsongeschikt zijn.
Veel werkgevers vinden dit onredelijk omdat zij ook al twee (of bij een loonsanctie drie) jaren salaris van een werknemer moeten doorbetalen (zonder dat daar een tegenprestatie tegenover staat).
Is er een manier om het betalen van de transitievergoeding na twee jaar ziekte te voorkomen? Ja, het dienstverband in stand laten. Na twee jaren vervalt immers de loondoorbetalingsverplichting van de werknemer zodat de werkgever in beginsel geen kosten meer heeft voor de werknemer. Dit wordt ook wel het “slapend dienstverband” genoemd.
Voor de werknemer is het sinds 1 juli 2015 minder prettig als het dienstverband in stand blijft. Dan kan de werknemer immers geen aanspraak maken op de soms (hoge) transitievergoeding. Een aantal werknemers hebben inmiddels de rechtsgeldigheid van het slapende dienstverband ter beoordeling aan de kantonrechter voorgelegd.
Slapend dienstverband in strijd met goed werkgeverschap?
De kantonrechter te Gouda kreeg de vraag voorgelegd of een werkgever zich niet als “goed werkgever” heeft gedragen door het dienstverband niet te beëindigen. De werknemer vraagt op basis van artikel 7:686 BW (wanprestatie) ontbinding van de arbeidsovereenkomst en verzoekt de kantonrechter om een schadevergoeding ter hoogte van de transitievergoeding toe te kennen. De kantonrechter wijst het verzoek van de werknemer af, omdat niet voldoende aannemelijk is geworden dat de werkgever de arbeidsovereenkomst slechts in stand heeft gehouden vanwege het niet hoeven te betalen van de transitievergoeding. Het dienstverband blijft aldus in stand.
Kan werkgever gedwongen worden tot opzegging arbeidsovereenkomst?
Zolang de werkgever niet besluit tot beëindigen van het dienstverband blijft het dienstverband in beginsel in stand. In een kort geding procedure verzocht een werknemer de kantonrechter te Rotterdam echter de werkgever te veroordelen om het dienstverband met de werknemer op te zeggen onder verbeurte van een dwangsom.
De kantonrechter wijst deze vordering al af, omdat deze in kort geding niet mogelijk is (geen belang bij een spoedige beslissing), maar de kantonrechter geeft ook aan dat de werkgever niet tot opzegging kan worden gedwongen. De kantonrechter wijst de vordering van de werknemer af omdat het de keuze van de werkgever is om het (inhoudsloze) dienstverband in stand te laten maar geeft de werknemer wel mee dat hij zelf een ontbindingsverzoek kan indienen met daarbij een verzoek om een billijke vergoeding.
Slapend dienstverband ‘ernstig verwijtbaar’?
Een andere werknemer probeerde op deze manier (door het zelf indienen van een verzoekschrift) alsnog een beëindiging van het dienstverband met transitievergoeding af te dwingen. Ook dit verzoek is afgewezen.
De kantonrechter overweegt allereerst (conform hetgeen Minister Asscher heeft gezegd in de Eerste Kamer) dat bij het toekennen van een transitievergoeding geen onderscheid wordt gemaakt tussen arbeidsgeschikte en arbeidsongeschikte werknemers. Tevens overweegt de kantonrechter dat op de werkgever niet de verplichting rust tot een beëindiging van het dienstverband over te gaan na twee jaar arbeidsongeschiktheid.
Het enkel in stand houden van de arbeidsovereenkomst vanwege het niet willen betalen van een transitievergoeding kan volgens de kantonrechter weliswaar als onfatsoenlijk worden aangemerkt maar betekent niet dat de werkgever ernstig verwijtbaar handelt. De gevorderde transitievergoeding en billijke vergoeding worden door de kantonrechter afgewezen.
Conclusie
Op basis van de eerste uitspraken over dit onderwerp kan geconcludeerd worden dat het in stand houden van een dienstverband na arbeidsongeschiktheid een mogelijkheid is om (voorlopig) te ontkomen aan de transitievergoeding. Langer slapen is dus mogelijk. Voor werkgevers is het daarbij opletten dat de re-integratieverplichtingen dan wel doorlopen en bovendien de opbouw van de hoogte van de transitievergoeding toeneemt. Wilt u meer weten omtrent het arbeidsrecht? Bekijk dan de arbeidsrecht pagina.
Heeft u een vraag over dit onderwerp of bent u bent benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen? Neem dan gerust contact op.