Assurantietussenpersonen: Opgepast!

Regelmatig worden assurantietussenpersonen door personen (of bedrijven) ingeschakeld voor het ‘regelen’ van verzekeringen. Denk aan het afsluiten van een brandverzekering of een auto(diefstal)verzekering.

Doet de verzekerde gebeurtenis zich vervolgens voor, dan vertrouwt men erop dat de verzekeraar de schade in kwestie dekt. Soms komt men dan van een koude kermis thuis: de verzekeraar blijkt onverwacht de schade niet uit te keren, omdat de verzekerde (bijvoorbeeld) niet aan de polisvoorwaarden van de verzekeraar voldoet.

 

Gunstig voor de verzekeraar in kwestie, maar zeer teleurstellend voor de verzekerde en soms ook voor de assurantietussenpersoon in kwestie: onder omstandigheden kan de verzekerde zijn assurantietussenpersoon voor de (niet-gedekte) schade aanspreken. Of een claim slaagt, hangt van de omstandigheden af.

 

Zorgplicht assurantietussenpersoon (‘ATP’)
In de afgelopen jaren is regelmatig en tot aan de Hoge Raad aan toe geprocedeerd over (omvang van de) zorgplicht van de ATP in relatie tot zijn opdrachtgever/de verzekerde. Zo heeft de Hoge Raad reeds in 2003 bepaald dat de maatstaf die moet worden gehanteerd bij de bepaling van de omvang van de zorgplicht die een ATP tegenover zijn opdrachtgever moet betrachten, is: wat van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht. Dit resulteert in een actieve en voortdurende bemoeienis door de ATP met alle tot zijn portefeuille behorende verzekeringen. Hij dient te bewerkstelligen dat de belangen van zijn opdrachtgever ter zake van elk van die verzekeringen steeds adequaat zijn gediend.

 

Actieve opstelling
Uit jurisprudentie kan (verder) worden afgeleid dat de zorgplicht van de ATP omvangrijk is. De ATP dient niet alleen te bemiddelen tussen zijn opdrachtgever/de verzekerde en de verzekeraar, maar ook dient hij te adviseren en begeleiden vóór, bij en na het tot stand komen van de verzekering. Aangenomen wordt dat de ATP zich actief moet opstellen, specifiek bij het (over)sluiten van de verzekering. Denk bijvoorbeeld aan het informeren van zijn opdrachtgever over clausules die de omvang van de dekking door de verzekeraar beperken. Schendt de ATP zijn zorgplicht en lijdt zijn opdrachtgever/de verzekerde vervolgens schade omdat de verzekeraar niet tot uitkering overgaat, dan ligt daarin het risico (of de kans) dat de ATP daarvoor in rechte wordt aangesproken.

 

Verantwoordelijkheid en eigen schuld opdrachtgever/verzekerde
De omvang van de zorgplicht van de ATP is niet onbegrensd. Zo hoeft de ATP in beginsel niet in te staan voor (bijvoorbeeld) de juistheid van de door zijn opdrachtgever verstrekte informatie of voor door de verzekerde bewust achterwege gelaten informatie. De opdrachtgever/verzekerde heeft ook een bepaalde verantwoordelijkheid. Heeft de opdrachtgever/verzekerde van de ATP zelf (ook) schuld aan het onderverzekerd zijn of aan het niet-voldoen aan de polisvoorwaarden, dan kan de rechter tot het oordeel komen dat het risico daarvan volledig bij de verzekerde ligt, of dat de ATP hooguit voor een gedeelte van de schade van de verzekerde kan worden aangesproken. Het hangt bij dergelijke situaties telkens van de omstandigheden van het geval af (waaronder de aanwezige specifieke kennis bij beide partijen), tot welk oordeel de rechter komt.

 

Recente uitspraak: cascoverzekering schip
De kwestie aansprakelijkheid van een ATP was eveneens aan de orde in een recent gepubliceerde uitspraak van de Rechtbank Rotterdam. Hierbij ging het – samengevat – om een ATP die een cascoverzekering had afgesloten met betrekking tot een schip. Op de polis, welke de ATP aan verzekerde had doorgestuurd, stond een ongebruikelijke voorwaarde (‘warranty classification’). De ATP had verzekerde daar niet op gewezen en had ook niet zelf gecontroleerd of aan de daarin gestelde voorwaarde was voldaan. Wel had de ATP navraag gedaan bij verzekerde over de classificering. Verzekerde heeft daarop (op basis van een vermoeden) verkeerde informatie omtrent de classificering aan de ATP verstrekt. Vervolgens is het schip door brand verloren gegaan. De verzekeraar verleende geen dekking vanwege het niet voldoen aan de warranty classification en ging dus niet over tot uitkering onder de cascoverzekering. De opdrachtgever sprak daarop zijn ATP aan vanwege (onder meer) schending van zijn zorgplicht. De ATP hield de boot af en weigerde de door zijn opdrachtgever opgelopen schade te vergoeden. Hij stelde ten eerste dat hij zijn zorgplicht niet had geschonden, omdat de warranty classification op de polis stond en verzekerde dit ook had kunnen lezen. Tweede beriep hij zich op de eigen schuld van zijn opdrachtgever, vanwege de foutieve informatie die deze hem had verstrekt.

 

De rechtbank overweegt dat van een ATP mag worden verwacht dat hij de verzekerde wijst op een ongebruikelijke clausule en controleert of de verzekerde aan de voorwaarden kan voldoen en heeft voldaan.

 

De ATP had er niet vanuit mogen gaan dat verzekerde wist wat de clausule inhield en had (om meerdere redenen) geen genoegen mogen nemen met de foutieve informatie van verzekerde. De ATP had moeten aandringen op een kopie van het classificatiecertificaat of inzage daarin moeten verlangen. Door onder andere dit na te laten, heeft de ATP zijn zorgplicht geschonden. Anderzijds mocht van de verzekerde worden verwacht dat hij zorgvuldig omging met vragen van de ATP en dat de ATP van correcte informatie werd voorzien.

 

Door verzekerde niet te wijzen op de in de polis vermelde warranty classification handelde de ATP aldus in strijd met de op hem rustende zorgplicht. Echter, door de lichtvaardige beantwoording van de door de ATP gestelde vragen had verzekerde zelf ook aan de schade bijgedragen. De Rechtbank stelt qua verwijtbaarheid een verhouding 2:1 (ATP versus verzekerde) vast, maar onder meer vanwege het feit dat de ATP een professionele ATP was, past de Rechtbank een billijkheidscorrectie toe. Oordeel: 80% van de (nog definitief vast te stellen) schade komt voor rekening van de ATP en 20% dient voor rekening van de verzekerde te blijven. De claim op de ATP kan daarmee in de miljoenen lopen.

 

Kortom: zorgvuldigheid geboden
Afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval kan een assurantietussenpersoon het risico lopen succesvol te worden aangesproken door de verzekerde, wanneer de verzekeraar niet tot dekking overgaat. Zo’n claim kan hoog oplopen. Voorwaarde voor toewijzing daarvan is dan wel dat is komen vast te staan dat assurantietussenpersoon zijn zorgplicht heeft geschonden. Het is in beginsel aan de verzekerde – als eisende partij – om dit te stellen en te bewijzen. De assurantietussenpersoon kan zich hiertegen verweren door te wijzen op en aan te tonen dat de verzekerde ook een eigen verantwoordelijkheid heeft bij bijvoorbeeld het doornemen van de polis of het informeren van de assurantietussenpersoon ten aanzien van (gewijzigde) feiten en omstandigheden. Hiermee kan de assurantietussenpersoon bewerkstelligen dat hij niet, of slechts voor een deel, aansprakelijk gehouden wordt voor de schade van de verzekeringnemer.

 

Tips
Let u er dus op als assurantietussenpersoon dat u de verzekerde aantoonbaar (dus bij voorkeur ook schriftelijk) wijst op clausules die uitsluiting beperken en controleert u (in ieder geval) bij afsluiting of verlenging van verzekeringen of de verzekerde (nog steeds) aan de voorwaarden voldoet, bijvoorbeeld door (schriftelijke) informatie dan wel certificaten bij verzekerde op te vragen. Houdt u ook als verzekerde de vinger aan de pols: bestudeer de polisbladen, informeer uw assurantietussenpersoon over eventueel gewijzigde situaties en informeer uw assurantietussenpersoon correct als deze u om bepaalde informatie verzoekt. Voorkomen is immers altijd beter dan genezen. Wilt u meer weten omtrent het arbeidsrecht? Bekijk dan de arbeidsrecht pagina.


Heeft u een vraag over dit onderwerp of bent u bent benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen? Neem dan gerust contact op.

Gerelateerde blogs

Vergeet de inspanningsverplichting om te herplaatsen niet!

Bekijk alle blogberichten
Zo kan het dus ook

Waarom Omnius?

Rechtzoekenden verwachten transparantie, servicegerichtheid en duidelijkheid over tarieven. Omnius voldoet aan die behoeften en maakt de juridische dienstverlening voor een brede groep ondernemers en particulieren toegankelijk.

Om u te voorzien van het beste advies werkt Omnius volgens de formule van trapsgewijze juridische hulp. Eerst legt u de hulpvraag kosteloos en vrijblijvend voor aan de intakebalie. Dat kan zeven dagen per week. Samen zoeken we naar het beste antwoord op uw vraag. Soms volstaat een digitale oplossing. Een andere keer is het beter om een advocaat in te schakelen. Verwacht altijd duidelijkheid over afspraken en tarieven.

  • 7 dagen per week bereikbaar

    Ook ’s avonds en in het weekend
  • Omnius Keurmerk

    Uw garantie voor service en kwaliteit
  • Juridische hulp in elke situatie

    Van eerstelijns advies tot bijstand van een gespecialiseerde advocaat
  • Overal in Nederland

    Het grootste juridische netwerk van Nederland met 324 advocaten
  • Als beste beoordeeld

    Op basis van 1951 beoordelingen van door ons geholpen rechtzoekenden
    8.2

Over ons

Met onze vooruitstrevende diensten en digitale oplossingen willen we het verschil maken in de – soms nog ouderwetse – juridische branche. De Omnius-formule heeft ervoor gezorgd dat we zijn uitgegroeid tot het grootste en meest succesvolle advocatennetwerk van het land.

Met 324 advocaten en meer dan 158 aangesloten kantoren, is Omnius het grootste advocatennetwerk van Nederland. Om de kwaliteit te waarborgen en de rechtzoekende ervan te verzekeren dat we onze beloftes nakomen, hebben we het Omnius Keurmerk in het leven geroepen. Het hoofdkantoor is te vinden in Utrecht, waar zo’n 20 medewerkers hun best doen om u te voorzien van de beste juridische hulp.

Er zijn advocaten gevonden.

Klik hier voor de resultaten.