Kunnen we je helpen met zoeken
Kunnen we je helpen met zoeken
Het bovenstaande voorbeeld komt uit een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Afdeling heeft in de uitspraak drie criteria geformuleerd rondom het vertrouwensbeginsel in het bestuursrecht. Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel moet een burger aantonen dat er sprake is geweest van een aan het bestuursorgaan toe te rekenen, concrete, ondubbelzinnige toezegging, gedaan door een daartoe bevoegd persoon, waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend. Uit de praktijk blijkt dat burgers bijna nooit een geslaagd beroep kunnen doen op het vertrouwensbeginsel. In deze zaak lukte dat echter wel. Aan de hand van de in de uitspraak genoemde drie criteria, moet een beroep op het vertrouwensbeginsel vanaf nu worden beoordeeld. Dat gebeurt aan de hand van de drie volgende stappen:
De vraag is simpel gezegd of er sprake is van een toezegging. De toezegging van een gemeenteambtenaar moet zijn toegesneden op een concrete situatie. De Afdeling vindt dat de nadruk moet worden gelegd op hoe een uitlating bij een redelijk denkende burger overkomt. En minder op wat het bestuursorgaan daarmee bedoelde. Het is van belang dat de burger te goeder trouw is. Er kan geen geslaagd beroep worden gedaan op het vertrouwensbeginsel indien de burger besefte dat de uitlating van de ambtenaar ging over een beslissing die buiten de bevoegdheid van het bestuursorgaan lag. Of anderszins in strijd was met de toepasselijke rechtsregels. De (on)deskundigheid van de burger kan een rol spelen bij de vraag of de uitlating gekwalificeerd kan worden als een toezegging. De Afdeling oordeelde dat er sprake was van een welbewuste standpuntbepaling dat niet handhavend tegen het dakterras zou worden opgetreden.
Bij beantwoording van de vraag is het van belang wie de uitlating heeft gedaan. Een receptioniste van de gemeente die zich uitlaat over een omgevingsvergunning zal niet snel voldoen aan het vereiste. Het vereiste dat de uitlating is gedaan door een bevoegd persoon die kan worden toegerekend aan de gemeente. Dezelfde uitlating, maar dan van de inspecteur Bouw- en Woningtoezicht kan wel gezien worden als een uitlating van een bevoegd persoon.
Als voorbeeld van een toezegging die kan worden toegerekend aan de gemeente noemt de Afdeling de wethouder met een bepaalde portefeuille. Die de indrukt wekt dat hij namens het college spreekt en op zijn beleidsterrein een toezegging doet, terwijl het voor de burger niet eenvoudig kenbaar is dat deze wethouder daartoe niet bevoegd is.
De Afdeling oordeelde in deze zaak dat de voormalige eigenaren van de woning mochten veronderstellen dat die ambtenaren de opvatting van het college vertolkten. De Afdeling betrekt hierbij dat de beide ambtenaren, van wie de Afdeling aanneemt dat zij belast waren met het toezicht op (handhaving van) dakterrassen dan wel met het beleid inzake (de handhaving van) dakterrassen, verklaarden dat tegen oude dakterrassen niet zou worden opgetreden. Verder acht de Afdeling het van belang de dat de gemeente 25 jaar niet heeft gehandhaafd. Ondanks het feit dat de gemeente op de hoogte was van het dakterras.
Bij stap 3 dient er nog een belangenafweging plaats te vinden. De belangen kunnen zijn gelegen in strijd met de wet. En het algemeen belang en meer specifiek, veel voorkomend in het omgevingsrecht, belangen van derden. De Afdeling overweegt in dit verband dat het algemeen belang dat gediend is bij handhaving in zijn algemeenheid weliswaar zwaar weegt. Als er een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel wordt gedaan, hoeft dit niet doorslaggevend te zijn. De Afdeling oordeelt dat dit niet is gebleken van zwaarder wegende belangen. Zoals bijvoorbeeld belangen van buren, dan het belang van de eigenaar bij het behoud van het betreffende dakterras.
Met succes werd een beroep op het vertrouwensbeginsel gedaan. Hierdoor mocht het dakterras dat al 25 jaar aanwezig was blijven. Deze uitspraak zorgt ervoor dat de eerste twee stappen wat eerder dan voorheen kunnen worden genomen. En dat de nadruk meer op de derde stap komt te liggen. De belangenafweging krijgt dus een grotere rol binnen het vertrouwensbeginsel. Waarschijnlijk kan de bestuursrechter eerder dan voorheen tot de slotsom komen. Omdat er sprake is van toerekenbare toezegging.
Wil de gemeente ondanks een toezegging van een gemeenteambtenaar of een wethouder bij u gaan handhaven? Ik adviseer u graag over uw (juridische) mogelijkheden.
Een toezegging van een gemeenteambtenaar om niet te handhaven. Mag de burger daarop vertrouwen? De gemeente had de eigenaar van de woning aangeschreven en gesommeerd om het dakterras te verwijderen op straffe van verbeurte van een dwangsom, omdat de eigenaar daar geen omgevingsvergunning voor had verkregen. De eigenaar van de woning kon zich in de sommatie om het dakterras te verwijderen niet vinden, omdat ambtenaren tegen de voormalige eigenaren van de woning hadden gezegd dat zij niet handhavend zouden optreden. De vraag is of de eigenaar van de woning mag vertrouwen op de toezegging van de gemeenteambtenaar.
De intakebalie is 7 dagen per week bereikbaar. De juristen staan je graag te woord om jouw contactaanvraag op te nemen. Ook ’s avonds en in het weekend.
Binnen een uur al contact met een Advocaat.
Waren snel goed hebben me veel geholpen ben dankbaar dat eindelijk een advocaat kunnen vinden Bedankt
Gelijk hulp gekregen bedankt voor alle hulp