Vergunningen bouwrecht

Waar dient rekening mee gehouden te worden bij het aanvragen van een omgevingsvergunning?

Sinds een aantal jaren zijn veel soorten vergunningen samengevoegd: de omgevingsvergunning. Wanneer je wilt gaan bouwen heb je een omgevingsvergunning nodig. Als eerst ook gesloopt moet worden kan je een omgevingsvergunning aanvragen voor twee activiteiten: slopen en bouwen.

De aanvraag voor een vergunning moet bij het bevoegd gezag worden ingediend. In de meeste gevallen is dit de gemeente. De gemeente zal jouw aanvraag toetsen aan de toepasselijke wet- en regelgeving. De meest bekende regelgeving is het bestemmingsplan. Jouw bouwplannen moeten namelijk passen in het ruimtelijk beleid dat het bestuursorgaan voert.

Naast het bestemmingsplan zal jouw op te richten gebouw ook architectonisch gezien in de omgeving moeten passen. De gemeente legt deze vereisten vast in de welstandsnota. Het derde obstakel dat je tegenkomt bij jouw aanvraag is de toets van je bouwplannen aan het bouwbesluit en bouwverordening. De gemeente zal bekijken of het ontwerp voldoet aan de geldende technische- en veiligheidsnormen.

Is jouw aanvraag voor een omgevingsvergunning afgewezen?

De aanvraag van een omgevingsvergunning doe je bij de gemeente waar het bouwwerk opgericht wordt. Jij kunt vooraf juridisch advies inwinnen als je wilt weten of jouw aanvraag voldoet aan de wet- en regelgeving en of jouw aanvraag kans van slagen heeft.

Wanneer jouw aanvraag wordt afgewezen kan je een bezwaarschrift indienen bij het bestuursorgaan dat de beslissing heeft genomen. Op grond van het bezwaarschrift zal het bestuursorgaan nogmaals jouw aanvraag moeten beoordelen. Meestal gebeurt dit door een speciale bezwaarschriftencommissie.

Als ook je bezwaarschrift wordt afgewezen (ongegrond verklaard), kan je in beroep bij de rechter. Jij zult de rechter moeten overtuigen van jouw gelijk en aanvoeren dat de gemeente niet tot de beslissing mocht komen die zij heeft genomen.

Een advocaat kan namens jou alle relevante feiten en omstandigheden aanvoeren om de rechter te overtuigen van jouw gelijk. Als ook de rechter jou geen gelijk geeft kan je nog in hoger beroep bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook dan helpt een advocaat jou graag.